Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor razzia (Nederlands) in het Duits

razzia:

razzia [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de razzia (klopjacht)
    die Razzia; die überraschend eingreifende Polizeistreife; der Angriff; Treiben; der Ansturm; die Hatz; die Erstürmung; die Hetzjagd; die Treibjagd; die Bestürmung

Vertaal Matrix voor razzia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angriff klopjacht; razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
Ansturm klopjacht; razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; oploopje; run; samenkomst; stormaanval; stormloop; toeloop
Bestürmung klopjacht; razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
Erstürmung klopjacht; razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
Hatz klopjacht; razzia drijfjacht; klopjacht
Hetzjagd klopjacht; razzia drijfjacht; klopjacht
Razzia klopjacht; razzia
Treiben klopjacht; razzia activiteit; bedrijvigheid; beroering; deining; drijven; drukte; geraas; grote menigte; heibel; heksenketel; kouwe drukte; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; roerigheid; rommelig gedoe; rumoer; schommeling; toeloop; tumult; veel mensen; wiegeling; zeegang
Treibjagd klopjacht; razzia drijfjacht; klopjacht
überraschend eingreifende Polizeistreife klopjacht; razzia

Wiktionary: razzia

razzia
noun
  1. übertr.|: zumeist von der Polizei, den Ordnungsbehörden oder von anderen Sicherheitskräften (im großen Stil geplante) unangekündigte, lokal begrenzte Fahndungsaktion nach verdächtigen Personen
  2. veraltet: militärischer Streifzug (auf feindlichem Gebiet), begrenzte offensive Militäroperation; unerwarteter Angriff; räuberische Unternehmung