Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- publiek:
-
Wiktionary:
- publiek → Publikum
- publiek → öffentlich
- publiek → Zuschauer, Publikum, Audienz, öffentlich, Allgemeinheit, Öffentlichkeit
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor publiek (Nederlands) in het Duits
publiek:
-
het publiek (gehoor)
-
publiek (openbaar)
öffentlich-
öffentlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor publiek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Publikum | gehoor; publiek | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | openbaar | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
öffentlich | openbaar; publiek | cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; ploertig; rechttoe rechtaan |
Verwante woorden van "publiek":
Synoniemen voor "publiek":
Antoniemen van "publiek":
Verwante definities voor "publiek":
Wiktionary: publiek
publiek
Cross Translation:
noun
publiek
-
een groep toeschouwers
- publiek → Publikum
-
wat het publiek aangaat
- publiek → öffentlich
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• publiek | → Zuschauer; Publikum | ↔ audience — group of people seeing a performance |
• publiek | → Publikum | ↔ audience — readership of a written publication |
• publiek | → Audienz; Publikum | ↔ auditory — an assembly of hearers; an audience |
• publiek | → öffentlich | ↔ public — pertaining to people as a whole |
• publiek | → Allgemeinheit; Öffentlichkeit | ↔ public — Masse de gens non structurée |