Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. processies:
  2. processie:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor processies (Nederlands) in het Duits

processies:

processies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de processies (optochten; omgangen; stoeten)
    die Züge; die Umgänge; die Prozessionen
  2. de processies (omgang; het omgaan)
    die Umgänge; die Umzüge
    • Umgänge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Umzüge [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. de processies (ommegangen)
    die Prozessione; der Bittgange

Vertaal Matrix voor processies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bittgange ommegangen; processies
Prozessione ommegangen; processies
Prozessionen omgangen; optochten; processies; stoeten
Umgänge het omgaan; omgang; omgangen; optochten; processies; stoeten
Umzüge het omgaan; omgang; processies verhuizingen
Züge omgangen; optochten; processies; stoeten pelotons; teugen

Verwante woorden van "processies":


processie:

processie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de processie (staatsie; stoet)
    die Prozession; die Pracht; die Feier; die Feierlichkeit; die Festlichkeit

Vertaal Matrix voor processie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Feier processie; staatsie; stoet ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; jaarfeest; omhaal; opvoering; parade; plechtigheid; plichtpleging; show; staatsie; vertoning; viering; voorstelling
Feierlichkeit processie; staatsie; stoet ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; feest; feestelijkheid; festiviteit; gedragenheid; omhaal; opvoering; parade; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; show; staatsie; statigheid; vertoning; viering; voornaamheid; voorstelling; vormelijkheid
Festlichkeit processie; staatsie; stoet ceremonie; feest; feestelijkheid; feestje; feestviering; festiviteit; omhaal; opvoering; parade; party; plechtigheid; plichtpleging; show; staatsie; vertoning; viering; voorstelling
Pracht processie; staatsie; stoet ceremonie; glans; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; luister; luxe; omhaal; overvloed; plechtigheid; plichtpleging; praal; pracht; pronk; rijkheid; schoonheid; weelde; weelderigheid
Prozession processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; ommegang; optocht; plechtigheid; plichtpleging; stoet

Verwante woorden van "processie":


Wiktionary: processie

processie
noun
  1. religie|nld optocht van geestelijke en andere gelovigen
processie
noun
  1. nach bestimmten Regeln geordneter feierlicher Umzug, meist zu Fuß; oft handelt es sich um ein religiöses Ritual

Cross Translation:
FromToVia
processie Prozession; Umzug procession — group of people or thing moving along in an orderly manner
processie Prozession procession — Cortège de prêtres et de fidèles (1)