Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. primus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor primus (Nederlands) in het Duits

primus:

primus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de primus (primusbrander)
    der Erste; der Primus
    • Erste [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Primus [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de primus (primusstel)
    der Petroleumkocher; der Primuskocher

Vertaal Matrix voor primus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erste primus; primusbrander
Petroleumkocher primus; primusstel petroleumstel
Primus primus; primusbrander Primus
Primuskocher primus; primusstel

Verwante woorden van "primus":

  • primussen

Wiktionary: primus


Cross Translation:
FromToVia
primus Kohlenbecken; Kohlenpfanne réchaudustensile de ménage dans lequel on met du feu pour chauffer les mets, pour tenir chauds les plats et pour d’autres usages.