Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor primeur (Nederlands) in het Duits

primeur:

primeur [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de primeur
    die Primeur; die ersteGemüsedesJahres; die ersteFruchtdesJahres

Vertaal Matrix voor primeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Primeur primeur
ersteFruchtdesJahres primeur
ersteGemüsedesJahres primeur

Verwante woorden van "primeur":

  • primeurs, primeurtje, primeurtjes