Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal priester

Vertaal priester van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

priester:
- Priester; Geistliche
Wiktionary:
- priester → Priester
- priester → Priester, Priesterin, Pfarrer, Pfarrerin, Pastor, Pastorin, Seelsorger, Seelsorgerin, Pfaffe, Pfäffin, Abt, Klostervorsteher, Abbé, Abbate, Geistliche

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor priester (Nederlands) in het Duits

priester:

priester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de priester (pater; geestelijke)
der Priester; der Geistliche
- Priester [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geistliche [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor priester:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geistliche	geestelijke; pater; priester	bedienaar van de godsdienst; broeder; broer; dominee; frater; geestelijk herder; geestelijke; hoeder; kloosterling; monnik; pastoor; pastor; predikant; prediker; voorganger
Priester	geestelijke; pater; priester

Verwante woorden van "priester":

priesters, priestertje

Wiktionary: priester

priester

noun

iemand die de religieuze (offer) rituelen verzorgt
- priester → Priester

priester

noun

Religionsgeschichte: Mittler zwischen dem menschlichen und göttlichen Bereich, zum Beispiel durch Opfer
- Priester → priester

Cross Translation:

From	To	Via
• priester	→ Priester; Priesterin; Pfarrer; Pfarrerin; Pastor; Pastorin; Seelsorger; Seelsorgerin; Pfaffe; Pfäffin	↔ priest — clergyman
• priester	→ Abt; Klostervorsteher; Abbé; Abbate; Geistliche; Pastor; Pfarrer; Priester	↔ abbé — À trier
• priester	→ Geistliche; Pastor; Pfarrer; Priester	↔ curé — prêtre de l'église catholique romaine pourvoir d’une cure.
• priester	→ Priester	↔ prêtre — ecclésiastique