Nederlands
Uitgebreide vertaling voor prak (Nederlands) in het Duits
prak:
-
de prak (hachee)
Vertaal Matrix voor prak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Brei | hachee; prak | brij; drilpudding; gelatinepudding; moes; pap; papje; pulp; puree; tot brij gekookte vruchten; vruchtvlees |
Gemüse | hachee; prak | groente; vaste plant |
Haché | hachee; prak | gehakt; gehakt vlees |
Happen | hachee; prak | hap; hapje; tussendoortje; versnapering |
Mus | hachee; prak | moes; pulp; puree; tot brij gekookte vruchten |
Rest | hachee; prak | afzetsel; agio; bezinksel; bon; coupon; depot; droesem; exces; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; staartje; stuk stof; surplus; teveel; zetsel |