Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. praatjesmaker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor praatjesmaker (Nederlands) in het Duits

praatjesmaker:

praatjesmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de praatjesmaker
    der Aufschneider; der Großsprecher

Vertaal Matrix voor praatjesmaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufschneider praatjesmaker blaaskaak; bluffer; bluffers; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; grootspreker; herrieschopper; hol vat; kabaalmaker; lawaaimaker; leeg vat; opschepper; opscheppers; opsnijder; opsnijders; pocher; pochers; praalhansen; praatjesmakers; showbinken; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
Großsprecher praatjesmaker blaaskaak; bluffer; dikdoener; druktemaker; grootspreker; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder

Verwante woorden van "praatjesmaker":