Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. posteren:
  2. poster:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor posteren (Nederlands) in het Duits

posteren:

posteren werkwoord (posteer, posteert, posteerde, posteerden, geposteerd)

  1. posteren (stationeren; plaatsen; posten)
    plazieren; stellen; postieren; einsetzen; aufstellen; installieren; deponieren
    • plazieren werkwoord
    • stellen werkwoord (stelle, stellst, stellt, stellte, stelltet, gestellt)
    • postieren werkwoord (postiere, postierst, postiert, postierte, postiertet, postiert)
    • einsetzen werkwoord (setze ein, setzt ein, setzte ein, setztet ein, eingesetzt)
    • aufstellen werkwoord (stelle auf, stellst auf, stellt auf, stellte auf, stelltet auf, aufgestellt)
    • installieren werkwoord (installiere, installierst, installiert, installierte, installiertet, installiert)
    • deponieren werkwoord (deponiere, deponierst, deponiert, deponierte, deponiertet, deponiert)

Conjugations for posteren:

o.t.t.
  1. posteer
  2. posteert
  3. posteert
  4. posteren
  5. posteren
  6. posteren
o.v.t.
  1. posteerde
  2. posteerde
  3. posteerde
  4. posteerden
  5. posteerden
  6. posteerden
v.t.t.
  1. ben geposteerd
  2. bent geposteerd
  3. is geposteerd
  4. zijn geposteerd
  5. zijn geposteerd
  6. zijn geposteerd
v.v.t.
  1. was geposteerd
  2. was geposteerd
  3. was geposteerd
  4. waren geposteerd
  5. waren geposteerd
  6. waren geposteerd
o.t.t.t.
  1. zal posteren
  2. zult posteren
  3. zal posteren
  4. zullen posteren
  5. zullen posteren
  6. zullen posteren
o.v.t.t.
  1. zou posteren
  2. zou posteren
  3. zou posteren
  4. zouden posteren
  5. zouden posteren
  6. zouden posteren
diversen
  1. posteer!
  2. posteert!
  3. geposteerd
  4. posterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor posteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufstellen plaatsen; posten; posteren; stationeren arrangeren; betogen; bouwen; construeren; consumeren; demonstreren; deponeren; formeren; gebruiken; iets op touw zetten; inrichten; installeren; leggen; muziek componeren; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opbouwen; oprichten; optrekken; overeindzetten; plaatsen; regelen; stationeren; verbruiken; zetten
deponieren plaatsen; posten; posteren; stationeren achterleggen; bewaren; deponeren; geld overmaken; leggen; neerleggen; opslaan; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; storten; wegleggen; zetten
einsetzen plaatsen; posten; posteren; stationeren aangrijpen; aanstellen; aanvangen; aanwenden; afstemmen; beginnen; benoemen; benutten; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; in functie aanstellen; inaugureren; inhuldigen; inklinken; inrichten; installeren; instellen; intreden; introduceren; invoegen; inwijden; inzet tonen; inzetten; kennis laten maken; mobiliseren; op gang komen; overgaan op nieuwe rijbaan; plechtig bevestigen; starten; toepassen; tussen zetten; van start gaan; verwedden; voorstellen; wedden
installieren plaatsen; posten; posteren; stationeren aanbrengen; aanleggen; afstemmen; deponeren; inrichten; installeren; instellen; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; situeren; stationeren; zetten; zich afspelen
plazieren plaatsen; posten; posteren; stationeren
postieren plaatsen; posten; posteren; stationeren
stellen plaatsen; posten; posteren; stationeren deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; stationeren; zetten

Verwante woorden van "posteren":


posteren vorm van poster:

poster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de poster (aanplakbiljet; affiche; plakkaat; biljet)
    Poster; Plakat; der Anschlag
    • Poster [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Plakat [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Anschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de poster

Vertaal Matrix voor poster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschlag aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster affiche; reclamebiljet
Plakat aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster
Poster aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster affiche; reclamebiljet
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Poster poster

Verwante woorden van "poster":


Wiktionary: poster


Cross Translation:
FromToVia
poster Affiche; Anschlag; Anschlagzettel; Plakat; Aushang affichefeuille souple ou rigide affichant un message, ou une image, imprimer ou écrire que l’on appliquer contre les murs pour donner connaissance au public de quelque chose.
poster Affiche; Anschlag; Anschlagzettel; Plakat; Aushang placard — Feuille imprimée