Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. poort:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor poort (Nederlands) in het Duits

poort:

poort [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de poort (toegangspoort)
    Eingangstor; Tor
    • Eingangstor [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tor [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de poort
    Tor
    • Tor [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. de poort
  4. de poort

Vertaal Matrix voor poort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eingangstor poort; toegangspoort
Tor poort; toegangspoort achterlijke; doelpunt; doeltrap; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; goal; grote deur; hofnar; idioot; imbeciel; krankzinnige; mallerd; malloot; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; simpele ziel; treffer; waanzinnige; zot; zottin
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschluss poort
Port poort

Verwante woorden van "poort":

  • poorten

Wiktionary: poort


Cross Translation:
FromToVia
poort Tor gate — door-like structure outside
poort Tor gate — doorway, opening, or passage in a fence or wall
poort Port port — computing: logical or physical construct into and from which data are transferred

Verwante vertalingen van poort