Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- pocher:
-
Wiktionary:
- pocher → Blindgänger
- pocher → Angeberin, Angeber
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pocheren (Nederlands) in het Duits
pocher:
-
de pocher (praatjesmakers; dikdoener; windbuil; windbuilen; opschepper; bluffer; opscheppers; snoever; snoevers)
der Schwätzer; Großmaul; der Angeber; der Wichtigtuer; der Aufschneider; der Großsprecher; der Großtuer; der Dicktuer -
de pocher (bluffer; patser; opschepper)
der Geruchmacher
Vertaal Matrix voor pocher:
Verwante woorden van "pocher":
Computer vertaling door derden: