Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. platgelopen:
  2. platlopen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor platgelopen (Nederlands) in het Duits

platgelopen:

platgelopen bijvoeglijk naamwoord

  1. platgelopen (platgetreden)
    platt getreten; platt gelaufen

Vertaal Matrix voor platgelopen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
platt gelaufen platgelopen; platgetreden
platt getreten platgelopen; platgetreden

platlopen:

platlopen werkwoord (loop plat, loopt plat, liep plat, liepen plat, platgelopen)

  1. platlopen
    plätten

Conjugations for platlopen:

o.t.t.
  1. loop plat
  2. loopt plat
  3. loopt plat
  4. lopen plat
  5. lopen plat
  6. lopen plat
o.v.t.
  1. liep plat
  2. liep plat
  3. liep plat
  4. liepen plat
  5. liepen plat
  6. liepen plat
v.t.t.
  1. heb platgelopen
  2. hebt platgelopen
  3. heeft platgelopen
  4. hebben platgelopen
  5. hebben platgelopen
  6. hebben platgelopen
v.v.t.
  1. had platgelopen
  2. had platgelopen
  3. had platgelopen
  4. hadden platgelopen
  5. hadden platgelopen
  6. hadden platgelopen
o.t.t.t.
  1. zal platlopen
  2. zult platlopen
  3. zal platlopen
  4. zullen platlopen
  5. zullen platlopen
  6. zullen platlopen
o.v.t.t.
  1. zou platlopen
  2. zou platlopen
  3. zou platlopen
  4. zouden platlopen
  5. zouden platlopen
  6. zouden platlopen
diversen
  1. loop plat!
  2. loopt plat!
  3. platgelopen
  4. platlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor platlopen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plätten platlopen