Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. plakkers:
  2. plakker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plakkers (Nederlands) in het Duits

plakkers:

plakkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de plakkers (plakplaatjes; stickers; plakkertjes)
    die Aufkleber

Vertaal Matrix voor plakkers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufkleber plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers aanplakker; aanplakkers; etiket; label; plakker; plakkertje; sticker

Verwante woorden van "plakkers":


plakker:

plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plakker (aanplakker)
    der Aufkleber; der Sticker
  2. de plakker (sticker; label; etiket; plakkertje)
    Etikett; der Aufkleber; Label; der Sticker; der Plakatkleber

Vertaal Matrix voor plakker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufkleber aanplakker; etiket; label; plakker; plakkertje; sticker aanplakkers; plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
Etikett etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Label etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Plakatkleber etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Sticker aanplakker; etiket; label; plakker; plakkertje; sticker

Verwante woorden van "plakker":


Wiktionary: plakker


Cross Translation:
FromToVia
plakker Schwammspinner bombyx disparate — zoologie|nocat=1 Un insecte lépidoptère (papillon) de nuit de la famille des lymantridés (Lymantriidae) dont le mâle petit et gris-brun et la femelle blanc-jaunâtre sont très différents (dimorphisme sexuel).