Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- plaatsvinden:
-
Wiktionary:
- plaatsvinden → stattfinden
- plaatsvinden → stattfinden, passieren, vorkommen, ereignen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plaatsvinden (Nederlands) in het Duits
plaatsvinden:
-
plaatsvinden
-
plaatsvinden (voorvallen; gebeuren; voordoen; plaats hebben; passeren)
geschehen; passieren; sich ereignen-
geschehen werkwoord
-
sich ereignen werkwoord (ereigne mich, ereignest dich, ereignet sich, ereignete sich, ereignetet euch, sich ereignet)
-
Conjugations for plaatsvinden:
o.t.t.
- vind plaats
- vindt plaats
- vindt plaats
- vinden plaats
- vinden plaats
- vinden plaats
o.v.t.
- vond plaats
- vond plaats
- vond plaats
- vonden plaats
- vonden plaats
- vonden plaats
v.t.t.
- heb plaatsgevonden
- hebt plaatsgevonden
- heeft plaatsgevonden
- hebben plaatsgevonden
- hebben plaatsgevonden
- hebben plaatsgevonden
v.v.t.
- had plaatsgevonden
- had plaatsgevonden
- had plaatsgevonden
- hadden plaatsgevonden
- hadden plaatsgevonden
- hadden plaatsgevonden
o.t.t.t.
- zal plaatsvinden
- zult plaatsvinden
- zal plaatsvinden
- zullen plaatsvinden
- zullen plaatsvinden
- zullen plaatsvinden
o.v.t.t.
- zou plaatsvinden
- zou plaatsvinden
- zou plaatsvinden
- zouden plaatsvinden
- zouden plaatsvinden
- zouden plaatsvinden
diversen
- vind plaats!
- vindt plaats!
- plaatsgevonden
- plaatsvindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor plaatsvinden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Stattfinden | plaatsvinden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geschehen | gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen | gebeuren; geschieden; overkomen; plaats hebben; plaats vinden |
passieren | gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen | gebeuren; geschieden; overkomen; plaats hebben; plaats vinden; voorkomen; zich voordoen |
sich ereignen | gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen | gebeuren; geschieden; plaats hebben; plaats vinden |
- | gebeuren | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geschehen | overkomen; overvallen |
Synoniemen voor "plaatsvinden":
Verwante definities voor "plaatsvinden":
Wiktionary: plaatsvinden
plaatsvinden
Cross Translation:
verb
-
gebeuren, geschieden, plaatshebben
- plaatsvinden → stattfinden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plaatsvinden | → stattfinden | ↔ be — occur, take place |
• plaatsvinden | → passieren; vorkommen | ↔ occur — to take place |
• plaatsvinden | → passieren; vorkommen | ↔ occur — present itself |
• plaatsvinden | → stattfinden | ↔ take place — to happen |
• plaatsvinden | → stattfinden; ereignen | ↔ avoir lieu — se passer ou se dérouler dans un endroit. |