Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eine heftige Debatte
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
|
eisern
|
pittig; straf
|
ferm; fiks; flink; halsstarrig; hardhoofdig; ijzeren; keihard; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; oorverdovend; pal; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend
|
fest
|
pittig; straf
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; diepgeworteld; doortastend; drastisch; ferm; hard; hardop; hecht; krachtdadig; krachtig; luid; solide; stevig
|
feurig
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
|
brandend; erg; fel; fonkelend; geagiteerd; geil; gepassioneerd; gloedvol; gloeiend; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; hitsig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
|
gepfeffert
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig
|
heet; pikant; scherp; scherp van smaak
|
gewürzt
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig
|
|
gezalzenes
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
|
handfest
|
pittig; straf
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; onweerlegbaar; solide; stevig; vast en zeker
|
heftige
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
|
herzhaft
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
|
hartig; zoutig
|
pikant
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; smaak prikkelend
|
hartig; heet; pikant; scherp; scherp van smaak; zoutig
|
prikelnder Geschmack
|
heet; pikant; pittig; smaak prikkelend
|
|
scharf
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig; smaak prikkelend
|
agressief; barbaars; beestachtig; bijtend; bijterig; bits; brandend; bruut; fel; felle; fonkelend; geducht; gewelddadig; gloeiend; goed snijdend; hanig; heet; heftig; hel; hevig; in hoge mate; inbijtend; inhumaan; invretend; inwerkend; kattig; messcherp; met sarcasme; monsterlijk; onbeheerst; onmenselijk; onstuimig; onvriendelijk; pikant; pinnig; sarcastisch; scherp; scherp van smaak; scherpgerand; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; vurig; warm; wreed
|
straff
|
pittig; straf
|
houterig; krap bij kas; nauw; nauwsluitend; stijf; stijfselachtig; stijve; strak; stram; stroef
|
streng
|
pittig; straf
|
gestreng; hard; hardop; houterig; keihard; koud; laag van temperatuur; luid; niet toegevend; onvermurwbaar; oorverdovend; stijf; stijve; stram; streng; strikt; stringent; stroef; volgens de regels
|
würzig
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; kruidig; pikant; pittig
|
hartig; heet; pikant; scherp; scherp van smaak; zoutig
|