Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pils:
  2. pil:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pils (Nederlands) in het Duits

pils:

pils [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pils (licht bier)
    Pils; Hopfenblütetee; Bier; Pilsener; Lager
    • Pils [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hopfenblütetee [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bier [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Pilsener [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lager [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pils:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bier licht bier; pils bier; biertje
Hopfenblütetee licht bier; pils
Lager licht bier; pils berging; bergplaats; bewaarplaats; depot; hazenleger; lager; leger; legerplaats; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekamer; voorraad; voorraadkamer; voorraadmagazijn; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis
Pils licht bier; pils
Pilsener licht bier; pils

Verwante woorden van "pils":


pil:

pil [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pil
    die Tablette; die Pille
    • Tablette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Pille [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pille pil pilletje; tablet
Tablette pil pastille; vast geneesmiddel

Verwante woorden van "pil":


Verwante definities voor "pil":

  1. geneesmiddel in de vorm van schijfje of bolletje1
    • je moet die pillen innemen, zegt de dokter1
  2. middel om te voorkomen dat je zwanger wordt1
    • gebruik je de pil?1

Wiktionary: pil


Cross Translation:
FromToVia
pil Tablette; Pille pill — small object for swallowing
pil Pille pill — the pill - functions as a contraceptive
pil Pille pilule — Gélule