Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aufregend
|
opwindend; pikant; sexy
|
|
brünstig
|
pikant; zinnenprikkelend
|
bronstig; geil; heet; hitsig; krols; loops; opgewonden; seksueel opgewonden; verhit; vurig
|
feurig
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
|
brandend; erg; fel; fonkelend; geagiteerd; geil; gepassioneerd; gloedvol; gloeiend; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; hitsig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
|
frivol
|
pikant; zinnenprikkelend
|
amoreel; frivool; hups; immoreel; lichtzinnig; losbandig; obsceen; oneerbaar; ongepast; onkies; ontaard; onvertogen; onzedelijk; onzedig; scabreus; schaamteloos; schuin; verkeerd; vies; vunzig; wuft; zedeloos
|
geil
|
opwindend; pikant; sexy
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden; soppig
|
gepfeffert
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak
|
gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pittig
|
gewagt
|
gedurfd; gewaagd; pikant
|
gevaarlijk; hachelijk; koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; provocerend; risicovol; riskant; stoutmoedig; uitdagend; vermetel
|
gewürzt
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
|
gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pittig
|
herausfordernd
|
gedurfd; gewaagd; pikant
|
ostentatief; overtreffend; provocerend; tartend; uitdagend
|
herzhaft
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
|
hartig; zoutig
|
lüstern
|
pikant; zinnenprikkelend
|
begerend; geil; gretig; hanig; happig; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden; verlangend; verzot
|
pikant
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak; smaak prikkelend
|
hartig; zoutig
|
prikelnder Geschmack
|
heet; pikant; pittig; smaak prikkelend
|
|
scharf
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak; smaak prikkelend
|
agressief; barbaars; beestachtig; bijtend; bijterig; bits; brandend; bruut; fel; felle; fonkelend; geducht; gekruid; gepeperd; gewelddadig; gloeiend; goed snijdend; hanig; hartig; heftig; hel; hevig; in hoge mate; inbijtend; inhumaan; invretend; inwerkend; kattig; kruidig; messcherp; met sarcasme; monsterlijk; onbeheerst; onmenselijk; onstuimig; onvriendelijk; pinnig; pittig; sarcastisch; scherp; scherpgerand; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; vurig; warm; wreed
|
scharf gewürzt
|
heet; pikant; scherp; scherp van smaak
|
|
schwül
|
pikant; zinnenprikkelend
|
broeiend; lijzig; log; loom
|
sexy
|
opwindend; pikant; sexy
|
|
sinnlich
|
pikant; zinnenprikkelend
|
erotisch; sensorisch; sensueel; vleselijk; wulps; zinlijk; zinnelijk; zintuiglijk; zintuiglijke
|
wagemutig
|
gedurfd; gewaagd; pikant
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; provocerend; stout; stoutmoedig; uitdagend; vermetel
|
würzig
|
gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak
|
gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pittig; zoutig
|