Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- persoonlijkheid:
- persoonlijk:
-
Wiktionary:
- persoonlijkheid → Persönlichkeit
- persoonlijkheid → Charakter, Original, Identität, Persönlichkeit
- persoonlijk → höchstpersönlich, persönlich, in Person, in echt, aus Fleisch und Blut, privat
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor persoonlijkheid (Nederlands) in het Duits
persoonlijkheid:
-
de persoonlijkheid (karakter)
Vertaal Matrix voor persoonlijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Charakter | karakter; persoonlijkheid | aard; geaardheden; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; inborsten; inslag; karakter; karakters; letters; mentaliteit; natuur; temperament |
Persönlichkeit | karakter; persoonlijkheid | individualiteit |
- | aard; karakter; natuur |
Verwante woorden van "persoonlijkheid":
Synoniemen voor "persoonlijkheid":
Verwante definities voor "persoonlijkheid":
Wiktionary: persoonlijkheid
persoonlijkheid
Cross Translation:
noun
persoonlijkheid
-
het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
- persoonlijkheid → Persönlichkeit
noun
-
die Gesamtheit der persönlichen Eigenschaften eines Menschen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• persoonlijkheid | → Charakter | ↔ character — distinguishing feature |
• persoonlijkheid | → Original | ↔ character — notable or eccentric person |
• persoonlijkheid | → Identität | ↔ identity — the difference or character that marks off an individual from the rest |
• persoonlijkheid | → Persönlichkeit | ↔ personality — set of qualities that make a person distinct from other people |
persoonlijk:
-
persoonlijk (subjectief)
persönlich; personenabhängig; subjectiv; relativ gesehen-
persönlich bijvoeglijk naamwoord
-
personenabhängig bijvoeglijk naamwoord
-
subjectiv bijvoeglijk naamwoord
-
relativ gesehen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor persoonlijk:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | particulier | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
personenabhängig | persoonlijk; subjectief | |
persönlich | persoonlijk; subjectief | besloten; eigenhandig; persoonsgebonden; privé; zelf |
relativ gesehen | persoonlijk; subjectief | |
subjectiv | persoonlijk; subjectief |
Verwante woorden van "persoonlijk":
Synoniemen voor "persoonlijk":
Antoniemen van "persoonlijk":
Verwante definities voor "persoonlijk":
Wiktionary: persoonlijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• persoonlijk | → höchstpersönlich; persönlich; in Person | ↔ in person — actually present |
• persoonlijk | → in echt; aus Fleisch und Blut | ↔ in the flesh — with one's own body and presence |
• persoonlijk | → persönlich | ↔ personal — of or pertaining to a particular person |
• persoonlijk | → privat | ↔ private — intended only for one's own use |
• persoonlijk | → persönlich | ↔ personnel — Qui est propre et particulier à chaque personne. |