Nederlands

Uitgebreide vertaling voor permanent (Nederlands) in het Duits

permanent:

permanent bijvoeglijk naamwoord

  1. permanent (definitief; vastgesteld; vaststaand)
    definitiv; endgültig; permanent; unumstößlich; unwiderruflich; unwiederbringlich
  2. permanent (voorgoed; definitief; onverandelijk)
    definitiv; endgültig; für immer; ewig; unwiderruflich; unumstößlich; unwiederbringlich; auf immer
  3. permanent (altijd; continu; immer; )
    immer; fortwährend

permanent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de permanent (permanentje)
    die Dauerwelle
  2. de permanent (krulhaar; krullen; krulletjes)
    Lockenhaar; Kraushaar

Vertaal Matrix voor permanent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dauerwelle krullenkapsel; permanent; permanentje
Kraushaar krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
Lockenhaar krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auf immer definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed
definitiv definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed definitieve
endgültig definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed absoluut; beslist; blijvend; definitieve; onherstelbaar; onweerlegbaar; reddeloos; ronduit; stellig; vast en zeker; zeker
ewig definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed altijd; altijddurend; altoos; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; immer; levenslang; oneindig; ontzettend lang; onvergankelijk; steevast; voor altijd; voor het leven; voor immer; waar geen eind aan komt; zonder einde
fortwährend altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkmatig; gestaag; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; steeds; telkens; voortdurend
für immer definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed
immer altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aldoor; almaar; altijd; altoos; continue; de hele tijd; eeuwig; elke keer; gedurig; herhaaldelijk; iedere keer; immer; immermeer; meermaals; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; steeds opnieuw; steevast; telkens; veelvuldig; voor altijd; voor het leven; voor immer; voortdurend
permanent definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand blijvend; de hele tijd; voortdurend
unumstößlich definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed definitieve; in elk geval; in ieder geval; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onherstelbaar; onomstotelijk; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker
unwiderruflich definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed definitieve; onherstelbaar; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker
unwiederbringlich definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed onherstelbaar; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker

Verwante woorden van "permanent":

  • permanenten, permanente

Wiktionary: permanent

permanent
adjective
  1. immer während, fest

Cross Translation:
FromToVia
permanent permanent; ständig; beständig; unbefristet; dauerhaft permanent — without end
permanent ständig; unaufhörlich; dauern; fortwährend; wiederholt continuellement — Sans interruption, de manière continue.
permanent immerwährend; fortwährend; stetig; ständig; unablässig; fest; andauernd; fortdauernd; fortgesetzt; Dauer- permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.