Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pekel:
  2. pekelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pekel (Nederlands) in het Duits

pekel:

pekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pekel
    der Pökel; die Salzlake
    • Pökel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Salzlake [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pekel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pökel pekel
Salzlake pekel

Verwante woorden van "pekel":


Wiktionary: pekel


Cross Translation:
FromToVia
pekel Salzbrühe; Sole brine — salt water

pekel vorm van pekelen:

pekelen werkwoord (pekel, pekelt, pekelde, pekelden, gepekeld)

  1. pekelen
    einpökeln
    • einpökeln werkwoord (pökele ein, pökelst ein, pökelt ein, pökelte ein, pökeltet ein, eingepökelt)

Conjugations for pekelen:

o.t.t.
  1. pekel
  2. pekelt
  3. pekelt
  4. pekelen
  5. pekelen
  6. pekelen
o.v.t.
  1. pekelde
  2. pekelde
  3. pekelde
  4. pekelden
  5. pekelden
  6. pekelden
v.t.t.
  1. heb gepekeld
  2. hebt gepekeld
  3. heeft gepekeld
  4. hebben gepekeld
  5. hebben gepekeld
  6. hebben gepekeld
v.v.t.
  1. had gepekeld
  2. had gepekeld
  3. had gepekeld
  4. hadden gepekeld
  5. hadden gepekeld
  6. hadden gepekeld
o.t.t.t.
  1. zal pekelen
  2. zult pekelen
  3. zal pekelen
  4. zullen pekelen
  5. zullen pekelen
  6. zullen pekelen
o.v.t.t.
  1. zou pekelen
  2. zou pekelen
  3. zou pekelen
  4. zouden pekelen
  5. zouden pekelen
  6. zouden pekelen
en verder
  1. is gepekeld
  2. zijn gepekeld
diversen
  1. pekel!
  2. pekelt!
  3. gepekeld
  4. pekelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pekelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einpökeln pekelen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; zouten

Verwante woorden van "pekelen":


Wiktionary: pekelen


Cross Translation:
FromToVia
pekelen salzen; einsalzen; pökeln saler — (cuisine) assaisonner avec du sel.