Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. passer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passer (Nederlands) in het Duits

passer:

passer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passer
    der Zirkel
    • Zirkel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zirkel passer cirkel; kralenkrans; krans; kransje; kring; rondje; rondtes

Verwante woorden van "passer":


Wiktionary: passer


Cross Translation:
FromToVia
passer Stangenzirkel calipers — device used to measure thickness between two surfaces
passer Zirkel pair of compasses — tool used to draw circles