Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. panne:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor panne (Nederlands) in het Duits

panne:

panne [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de panne
    die Panne
    • Panne [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor panne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Panne panne

Verwante woorden van "panne":

  • pannes

Wiktionary: panne

panne
noun
  1. plötzlich eintretender Schaden: Nichtfunktionieren von Technik, insbesondere Fahrzeugtechnik

Cross Translation:
FromToVia
panne Betriebsstörung; Panne breakdown — failure, particularly mechanical