Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paas:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paas (Nederlands) in het Duits

paas:

paas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de paas (Pasen)
    Ostern; Osterfest
    • Ostern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Osterfest [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Osterfest Pasen; paas
Ostern Pasen; paas