Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- overnemen:
-
Wiktionary:
- overnemen → übernehmen, kaufen, sich kaufen, einkaufen, abkaufen, erstehen, erwerben, erlangen, aneignen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overnemen (Nederlands) in het Duits
overnemen:
Conjugations for overnemen:
o.t.t.
- overneem
- overneemt
- overneemt
- overnemen
- overnemen
- overnemen
o.v.t.
- overnam
- overnam
- overnam
- overnamen
- overnamen
- overnamen
v.t.t.
- heb overnomen
- hebt overnomen
- heeft overnomen
- hebben overnomen
- hebben overnomen
- hebben overnomen
v.v.t.
- had overnomen
- had overnomen
- had overnomen
- hadden overnomen
- hadden overnomen
- hadden overnomen
o.t.t.t.
- zal overnemen
- zult overnemen
- zal overnemen
- zullen overnemen
- zullen overnemen
- zullen overnemen
o.v.t.t.
- zou overnemen
- zou overnemen
- zou overnemen
- zouden overnemen
- zouden overnemen
- zouden overnemen
en verder
- is overnomen
- zijn overnomen
diversen
- overneem!
- overneemt!
- overnomen
- overnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overnemen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
annektieren | annexeren; inlijven; overnemen | |
aufkaufen | opkopen; overnemen | |
einkaufen | opkopen; overnemen | aankopen; aanschaffen; boodschappen doen; inkopen; inkopen doen; inslaan; kopen; verkrijgen; verwerven; winkelen |
erstehen | opkopen; overnemen | aankopen; aanschaffen; bewaarheid worden; blijken; kopen; ontspinnen; oprijzen; resulteren; rijzen; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; verkrijgen; verwerven |
erwerben | opkopen; overnemen | aankopen; aanschaffen; de kost verdienen; iets bemachtigen; kopen; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven |
kaufen | opkopen; overnemen | aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven |
übernehmen | annexeren; inlijven; overnemen | aannemen; adopteren; op zich nemen |
Wiktionary: overnemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overnemen | → übernehmen | ↔ carry — to adopt; take over or stand in |
• overnemen | → übernehmen | ↔ take over — to assume control |
• overnemen | → kaufen; sich kaufen; einkaufen; abkaufen; erstehen | ↔ acheter — Tous sens |
• overnemen | → kaufen; einkaufen; erwerben; erlangen; aneignen | ↔ acquérir — Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général). |