Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- overleg:
- overleggen:
-
Wiktionary:
- overleg → Rücksprache, Überlegung, Beratung
- overleg → Erwägung, Überlegung, Sitzung, Besprechung, Versammlung, Beratung, Zusammenkunft
- overleggen → beraten, überlegen
- overleggen → besprechen, diskutieren, debattieren, erörtern, reden, sprechen, plaudern
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overleg (Nederlands) in het Duits
overleg:
-
het overleg (beraadslaging; conferentie; samenkomst)
– het praten erover 1die Beratung; die Besprechung; die Konferenz; die Unterredung; die Zusammenkunft; die Verhandlung; Treffen; die Sitzung; Zusammentreffen; die Tagung; die Versammlung
Vertaal Matrix voor overleg:
Verwante woorden van "overleg":
Verwante definities voor "overleg":
Wiktionary: overleg
overleg
Cross Translation:
noun
overleg
-
beraad, beraadslaging
- overleg → Rücksprache; Überlegung
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overleg | → Erwägung; Überlegung | ↔ consideration — the process of considering |
• overleg | → Sitzung; Besprechung; Versammlung; Beratung; Zusammenkunft | ↔ meeting — gathering for a purpose |
overleg vorm van overleggen:
-
overleggen (overwegen; beraadslagen)
– het praten erover 1beratschlagen; beraten; sich beraten; abwägen; eine Versammlung abhalten; konferieren; Sitzung halten; tagen-
beratschlagen werkwoord (beratschlage, beratschlagst, beratschlagt, beratschlagte, beratschlagtet, beratschlagt)
-
sich beraten werkwoord (berate mich, berätst dich, berät sich, beriet sich, berietet euch, sich beraten)
-
eine Versammlung abhalten werkwoord (halte eine Versammlung ab, hältst eine Versammlung ab, hält eine Versammlung ab, hielt eine Versammlung ab, hieltet eine Versammlung ab, eine Versammlung abgehalten)
-
Conjugations for overleggen:
o.t.t.
- overleg
- overlegt
- overlegt
- overleggen
- overleggen
- overleggen
o.v.t.
- overlegde
- overlegde
- overlegde
- overlegden
- overlegden
- overlegden
v.t.t.
- heb overlegd
- hebt overlegd
- heeft overlegd
- hebben overlegd
- hebben overlegd
- hebben overlegd
v.v.t.
- had overlegd
- had overlegd
- had overlegd
- hadden overlegd
- hadden overlegd
- hadden overlegd
o.t.t.t.
- zal overleggen
- zult overleggen
- zal overleggen
- zullen overleggen
- zullen overleggen
- zullen overleggen
o.v.t.t.
- zou overleggen
- zou overleggen
- zou overleggen
- zouden overleggen
- zouden overleggen
- zouden overleggen
en verder
- is overlegd
- zijn overlegd
diversen
- overleg!
- overlegt!
- overlegd
- overleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overleggen:
Verwante woorden van "overleggen":
Wiktionary: overleggen
overleggen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overleggen | → besprechen; diskutieren; debattieren; erörtern | ↔ discuss — to converse or debate concerning a particular topic |
• overleggen | → reden; sprechen | ↔ talk — to communicate by speech |
• overleggen | → plaudern | ↔ discuter — examiner, débattre avec quelqu’un une question, une affaire avec soin, avec exactitude, et en bien considérer le pour et le contre. |