Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- overeenstemmend:
- overeenstemmen:
-
Wiktionary:
- overeenstemmen → entsprechen, korrespondieren
- overeenstemmen → übereinstimmen, passen, entsprechen, in Briefwechsel stehen, korrespondieren, kongruieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overeenstemmend (Nederlands) in het Duits
overeenstemmend:
-
overeenstemmend (bevestigend)
konform; zustimmend; bejahend-
konform bijvoeglijk naamwoord
-
zustimmend bijvoeglijk naamwoord
-
bejahend bijvoeglijk naamwoord
-
-
overeenstemmend (homoloog; gelijkluidend)
-
overeenstemmend (conform)
Vertaal Matrix voor overeenstemmend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bejahend | bevestigend; overeenstemmend | |
gleichförmig | conform; overeenstemmend | analoog; eender; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; harmonieus; hetzelfde; homogeen; identiek; net zo; op elkaar lijkend; overeenkomend; saamhorig; soortgelijk; unaniem; uniform |
homolog | gelijkluidend; homoloog; overeenstemmend | gelijkstandig |
konform | bevestigend; conform; overeenstemmend | conform de regel; naar de regel |
zustimmend | bevestigend; overeenstemmend | goedkeurend; instemmend; toestemmend |
overeenstemmend vorm van overeenstemmen:
overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
overeenstemmen (congruent zijn; kloppen)
stimmen; übereinstimmen; gleichen; decken-
übereinstimmen werkwoord (stimme überein, stimmst überein, stimmt überein, stimmte überein, stimmtet überein, übereingestimmt)
-
overeenstemmen (eens worden; overeenkomen)
vereinbaren; übereinstimmen; Sich einig werden; ausmachen; abmachen; einwilligen-
übereinstimmen werkwoord (stimme überein, stimmst überein, stimmt überein, stimmte überein, stimmtet überein, übereingestimmt)
-
Sich einig werden werkwoord (werde mich, wirst dich, wird sich, wurde sich, wurdet euch, sich geworden)
-
einwilligen werkwoord (willige ein, willigst ein, willigt ein, willigte ein, willigtet ein, eingewilligt)
-
overeenstemmen (juist zijn; kloppen)
stimmen; passen; übereinstimmen; aufgehen; richtig sein; hinkommen-
übereinstimmen werkwoord (stimme überein, stimmst überein, stimmt überein, stimmte überein, stimmtet überein, übereingestimmt)
-
richtig sein werkwoord
-
overeenstemmen (corresponderen; overeenkomen; stroken)
korrespondieren-
korrespondieren werkwoord (korrespondiere, korrespondierst, korrespondiert, korrespondierte, korrespondiertet, korrespondiert)
-
-
overeenstemmen (een harmonieus geheel vormen; samenstemmen; harmoniëren)
Conjugations for overeenstemmen:
o.t.t.
- stem overeen
- stemt overeen
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemmen overeen
- stemmen overeen
o.v.t.
- stemde overeen
- stemde overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
- stemden overeen
- stemden overeen
v.t.t.
- heb overeen gestemd
- hebt overeen gestemd
- heeft overeen gestemd
- hebben overeen gestemd
- hebben overeen gestemd
- hebben overeen gestemd
v.v.t.
- had overeen gestemd
- had overeen gestemd
- had overeen gestemd
- hadden overeen gestemd
- hadden overeen gestemd
- hadden overeen gestemd
o.t.t.t.
- zal overeenstemmen
- zult overeenstemmen
- zal overeenstemmen
- zullen overeenstemmen
- zullen overeenstemmen
- zullen overeenstemmen
o.v.t.t.
- zou overeenstemmen
- zou overeenstemmen
- zou overeenstemmen
- zouden overeenstemmen
- zouden overeenstemmen
- zouden overeenstemmen
diversen
- stem overeen!
- stemt overeen!
- overeen gestemd
- overeenstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overeenstemmen (accorderen)
Vertaal Matrix voor overeenstemmen:
Wiktionary: overeenstemmen
overeenstemmen
Cross Translation:
verb
overeenstemmen
-
gelijkenis vertonen
- overeenstemmen → entsprechen
verb
-
übereinstimmen, entsprechen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overeenstemmen | → übereinstimmen | ↔ compare — to be similar |
• overeenstemmen | → passen; übereinstimmen | ↔ match — to agree; to equal |
• overeenstemmen | → entsprechen; in Briefwechsel stehen; korrespondieren; kongruieren | ↔ correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose. |