Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. overbelasten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overbelasten (Nederlands) in het Duits

overbelasten:

overbelasten werkwoord (overbelast, overbelastte, overbelastten, overbelast)

  1. overbelasten (forceren)
    überlasten
    • überlasten werkwoord (überlaste, überlastest, überlastet, überlastete, überlastetet, überlastet)

Conjugations for overbelasten:

o.t.t.
  1. overbelast
  2. overbelast
  3. overbelast
  4. overbelasten
  5. overbelasten
  6. overbelasten
o.v.t.
  1. overbelastte
  2. overbelastte
  3. overbelastte
  4. overbelastten
  5. overbelastten
  6. overbelastten
v.t.t.
  1. ben overbelast
  2. bent overbelast
  3. is overbelast
  4. zijn overbelast
  5. zijn overbelast
  6. zijn overbelast
v.v.t.
  1. was overbelast
  2. was overbelast
  3. was overbelast
  4. waren overbelast
  5. waren overbelast
  6. waren overbelast
o.t.t.t.
  1. zal overbelasten
  2. zult overbelasten
  3. zal overbelasten
  4. zullen overbelasten
  5. zullen overbelasten
  6. zullen overbelasten
o.v.t.t.
  1. zou overbelasten
  2. zou overbelasten
  3. zou overbelasten
  4. zouden overbelasten
  5. zouden overbelasten
  6. zouden overbelasten
en verder
  1. heb overbelast
  2. hebt overbelast
  3. heeft overbelast
  4. hebben overbelast
  5. hebben overbelast
  6. hebben overbelast
diversen
  1. overbelast!
  2. overbelast!
  3. overbelast
  4. overbelastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overbelasten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
überlasten forceren; overbelasten doorvoeren

Wiktionary: overbelasten


Cross Translation:
FromToVia
overbelasten überhäufen accablerfaire succomber sous un poids.