Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- ouderen:
- ouder:
-
Wiktionary:
- ouder → Elternteil
- ouder → älter, Elternteil, Elter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ouderen (Nederlands) in het Duits
ouderen:
Vertaal Matrix voor ouderen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Alte | oudelui; ouderen | bejaarde; oudje; ouwe |
Alten | oudelui; ouderen | bejaarde; ouwe |
alten Menschen | oudelui; ouderen | |
Ältere | oudelui; ouderen | 65-plusser; AOWer; nestor; oudere; oudste; senior |
Älteren | oudelui; ouderen |
Verwante woorden van "ouderen":
ouder:
-
de ouder
– vader of moeder 1 -
de ouder (vader)
– vader of moeder 1
Vertaal Matrix voor ouder:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Elternteil | ouder | |
Vater | ouder; vader | |
- | moeder | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alt | ouder | bejaard; oud; ouwelijk |
Verwante woorden van "ouder":
Verwante definities voor "ouder":
Wiktionary: ouder
ouder
Cross Translation:
noun
-
de moeder of vader van een kind
- ouder → Elternteil
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ouder | → älter | ↔ elder — greater than another in age or seniority |
• ouder | → Elternteil; Elter | ↔ parent — person from whom one is descended |