Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ordonneren (Nederlands) in het Duits
ordonneren:
-
ordonneren (afkondigen; decreteren; verordenen; verordineren)
anordnen; bestimmen; befehlen; verordnen; vorschreiben; diktieren; bekanntmachen-
vorschreiben werkwoord (schreibe vor, schreibst vor, schreibt vor, schrieb vor, schriebt vor, vorgeschrieben)
-
bekanntmachen werkwoord (mache bekannt, machst bekannt, macht bekannt, machte bekannt, machtet bekannt, bekannt gemacht)
Vertaal Matrix voor ordonneren:
Computer vertaling door derden: