Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
ordinair:
- gewöhnlich; alltäglich; gängig; ordinär; trivial; platt; schäbig; vulgär; banal; schofel
-
Wiktionary:
- ordinair → ordinär
- ordinair → knallig, grell, protzig, kitschig, vulgär, unfein, ungebildet, unanständig, ungehobelt, vulgärsprachlich, allgemein, ordinär, Volks-, volkstümlich, gemein, gewöhnlich
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ordinair (Nederlands) in het Duits
ordinair:
-
ordinair (niets bijzonders; alledaags; gewoon; eenvoudig)
gewöhnlich; alltäglich; gängig; ordinär; trivial-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
alltäglich bijvoeglijk naamwoord
-
gängig bijvoeglijk naamwoord
-
ordinär bijvoeglijk naamwoord
-
trivial bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordinair (vulgair; grof; platvloers; plat)
Vertaal Matrix voor ordinair:
Verwante woorden van "ordinair":
Wiktionary: ordinair
ordinair
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ordinair | → knallig; grell; protzig; kitschig | ↔ gaudy — very showy or ornamented |
• ordinair | → vulgär; unfein; ungebildet; unanständig; ungehobelt; vulgärsprachlich | ↔ vulgar — obscene |
• ordinair | → allgemein; ordinär; vulgär; vulgärsprachlich; Volks-; volkstümlich; gemein; gewöhnlich | ↔ vulgar — having to do with common people |
Computer vertaling door derden: