Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ordeloos (Nederlands) in het Duits
ordeloos:
-
ordeloos (onordelijk; wanordelijk)
unordentlich; chaotisch; ungeordnet; wüst-
unordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
chaotisch bijvoeglijk naamwoord
-
ungeordnet bijvoeglijk naamwoord
-
wüst bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordeloos (ongeordend; ongesystematiseerd)
unordentlich; ungeordnet; chaotisch; nicht organisiert-
unordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungeordnet bijvoeglijk naamwoord
-
chaotisch bijvoeglijk naamwoord
-
nicht organisiert bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordeloos (ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk)
chaotisch; ungeordnet; nachlässig; unordentlich; schlampig; unregelmäßig; durcheinander; zerzaust; ungeregelt-
chaotisch bijvoeglijk naamwoord
-
ungeordnet bijvoeglijk naamwoord
-
nachlässig bijvoeglijk naamwoord
-
unordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
schlampig bijvoeglijk naamwoord
-
unregelmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
durcheinander bijvoeglijk naamwoord
-
zerzaust bijvoeglijk naamwoord
-
ungeregelt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ordeloos:
Verwante woorden van "ordeloos":
Computer vertaling door derden: