Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ordelijkheid (Nederlands) in het Duits
ordelijkheid:
-
de ordelijkheid (onberispelijkheid; netheid; opgeruimdheid; smetteloosheid; properheid; keurigheid)
die Sauberkeit; die Schicklichkeit; der Anstand; die Höflichkeit; die Reinheit; die Sittlichkeit; die Ehrlichkeit; die Unschuld; die Keuschheit; die Anständigkeit; die Makellosigkeit; die Sittsamkeit; die Artigkeit; die Tadelosigkeit; die Fleckenlosigkeit -
de ordelijkheid (netheid; keurigheid; onberispelijkheid)
die Ordentlichkeit; der Anstand; die Höflichkeit; die Reinheit; die Sittlichkeit; die Unschuld; die Anständigkeit; die Sittsamkeit; die Artigkeit; die Schicklichkeit; die Fleckenlosigkeit
Vertaal Matrix voor ordelijkheid:
Verwante woorden van "ordelijkheid":
ordelijkheid vorm van ordelijk:
-
ordelijk (gerangschikt; opgeruimd)
geordnet; regelmäßig; gleichmäßig-
geordnet bijvoeglijk naamwoord
-
regelmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordelijk (opgeruimd; netjes; schoon)
ordentlich; sauber; gepflegt; tadellos; aufgeräumt-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeräumt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ordelijk:
Verwante woorden van "ordelijk":
Computer vertaling door derden: