Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Anordnung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
afstelling; arrangement; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; determinatie; gehoorzaamheid; indeling; inregeling; instelling; onderwerping; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; raadsbesluit; rangschikking; regelgeving; regeling; regularisatie; samenstelling; schikking; structuur; systeem; vaststelling
|
Bestimmung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
afspraak; akkoord; bepaling; besluit; besluiten; bestemming; constatering; determinatie; doel; eindhalte; eindpunt; eindstation; overeenkomst; raadsbesluit; regeling; reisbestemming; schikking; uiteindelijke doel; vaststelling
|
Dienstordnung
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
dienstregeling; dienstrooster; dienstvoorschrift; reglement; rooster
|
Disziplin
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
discipline; gehoorzaamheid; onderwerping; tak van wetenschap
|
Fusion
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
Fusion; fusie; samensmelting
|
Fügung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
arrangement; bepaling; regelgeving; regeling; regularisatie; woordgroep
|
Gebot
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
belofte; bevel; bod; commando; gebod; gelofte; order; toezegging; verbintenis; verplichting
|
Gemeinschaft
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
aansluiting; band; bond; broederschap; burgers; connectie; coöperatie; gemeenschap; genootschap; geslachtsgemeenschap; liaison; link; omgang; onderling verband; paring; relatie; samenhang; samenwerkingsverband; schakel; sociëteit; soos; verband; verbinding; vereniging; verkeer; verwantschap
|
Genossenschaft
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
akkoord; band; bedrijf; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coöperatie; federatie; firma; genootschap; gezelschap; handelsbedrijf; handelshuis; liga; maatschap; maatschappij; onderneming; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; unie; vennootschap; verbond; verdrag; vereniging
|
Geselligkeitsverein
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
gezelschap; sociëteit; soos
|
Gesellschaft
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
Mij; aantal personen bijeen; bedrijf; bond; broederschap; concern; genootschap; gezelschap; groep; maatschappij; onderneming; samenleving; sociëteit; soos; vennootschap; vereniging
|
Gesellschaftsschicht
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
categorie; classificatie; klasse; sociale groep
|
Gesetz
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
wet
|
Gilde
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
beroepsorganisatie; bond; broederschap; coöperatie; genootschap; georganiseerd gezelschap; samenwerkingsverband; sociëteit; vereniging
|
Gleichmäßigkeit
|
orde; regelmaat
|
analogie; gelijkaardigheid; gelijkheid; gelijkmatigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid
|
Gruppe
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
aantal personen bijeen; clubje; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; groep; groep contactpersonen; partij; ploeg; team; werkgroep
|
Handwerksgilde
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
ambachtsgilde; handwerkersverbond; handwerksgilde
|
Klasse
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aantal personen bijeen; categorie; classificatie; gezelschap; groep; klas; klasse; schooljaar; schoolklas; sociale groep
|
Klub
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
bond; broederschap; cirkel; club; coöperatie; genootschap; gezelschap; golfclub; golfstick; golfstok; kring; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
|
Korporation
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coöperatie; federatie; genootschap; liga; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; studentenbond; studentenvereniging; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
Kreis
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
cirkel; cirkelvorm; kralenkrans; krans; kransje; kring; kringel; kringvormig; leefgebied; rondje; territorium
|
Ordnung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; regelmaat; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
arrangement; bestel; dienstvoorschrift; indeling; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; rangschikking; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; samenstel; samenstelling; schikking; structuur; systeem
|
Position
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
Positie; baan; ligging; positie; stand van het lichaam; standpunt; werk; werkkring; werkplek
|
Rang
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
gelid; graad; militaire rang; niveau; peil; rang; rangorde; wetenschappelijke graad
|
Rangordnung
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
hiërarchie; lijst; opbouw; ordening; organisatie; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; samenstelling; structuur; systeem; tabel; tafel; volgorde
|
Regel
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
constatering; filter; misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; regel; stelregel; vaststelling
|
Regelmäßigkeit
|
orde; regelmaat
|
gelijkheid; gelijkmatigheid; regelmatigheid
|
Regelung
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
afspraak; akkoord; arrangement; overeenkomst; regelgeving; regeling; regularisatie; schaderegeling; schikking; vereffening; vergelijk
|
Reglement
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
|
Richtlinie
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
aanwijzing; beleid; richtlijn; richtsnoer; voorschrift
|
Runde
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
beurt; draaicirkel; kring; kringel; kringvormig; omgang; partijtje; potje; ringetje; ronde; rondgang; rondje; rondwandeling; spelletje; toer; wedstrijdje; zijn ronde doen
|
Satzung
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
constatering; vaststelling
|
Schicht
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
categorie; classificatie; coating; klasse; laag
|
Stand
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
categorie; classificatie; klasse; kraam; kraampje; ligging; positie; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; tent; wildstand; wildvoorraad
|
Statut
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
handvest; statuut
|
Symmetrie
|
orde; regelmaat
|
analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid; symmetrie
|
Unterwerfung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
gehoorzaamheid; onderwerping; submissie
|
Verein
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
bond; broederschap; cirkel; coöperatie; genootschap; gezelschap; kring; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
|
Vereinigung
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
bond; broederschap; coöperatie; eenwording; genootschap; samenwerkingsverband; sociëteit; soos; vereniging
|
Verfügung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
afkondiging; besluit; besluiten; compromis; decreet; raadsbesluit; uitvaardiging; vergelijk
|
Verordnung
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
afkondiging; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; decreet; determinatie; gehoorzaamheid; onderwerping; raadsbesluit; uitvaardiging; vaststelling; verordening
|
Vorschrift
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; tucht; voorschrift; wet
|
gehoorzaamheid; onderwerping
|
Zucht
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; gebroed; gespuis; kweek; kweken; reproductie; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Klasse
|
|
klasse; objectklasse
|