Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. orakel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor orakel (Nederlands) in het Duits

orakel:

orakel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het orakel (goddelijke openbaring)
    Orakel; die Verheißung

Vertaal Matrix voor orakel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Orakel goddelijke openbaring; orakel
Verheißung goddelijke openbaring; orakel

Verwante woorden van "orakel":

  • orakelen, orakels