Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opschuiven (Nederlands) in het Duits
opschuiven:
-
opschuiven (plaats maken; verplaatsen; verzetten)
versetzen; verschieben; umstellen; verlegen; verstellen; rücken; zusammenrücken; sichversetzen; setzen; verrücken; einrücken; aufrücken; zur Seite rücken-
zusammenrücken werkwoord (rücke zusammen, rückst zusammen, rückt zusammen, rückte zusammen, rücktet zusammen, zusammengerückt)
-
sichversetzen werkwoord
-
zur Seite rücken werkwoord (rücke zur Seite, rückst zur Seite, rückt zur Seite, rückte zur Seite, rücktet zur Seite, zur Seite gerückt)
-
opschuiven (voor zich uitschuiven; uitstellen; verschuiven; vertragen; opschorten; rekken)
verschieben; vertagen; verlegen; hinausschieben; aufschieben-
hinausschieben werkwoord (schiebe hinaus, schiebst hinaus, schiebt hinaus, schob hinaus, schobt hinaus, hinausgeschoben)
-
opschuiven (vooruitschuiven; voorschuiven; duwen)
Conjugations for opschuiven:
o.t.t.
- schuif op
- schuift op
- schuift op
- schuiven op
- schuiven op
- schuiven op
o.v.t.
- schoof op
- schoof op
- schoof op
- schoven op
- schoven op
- schoven op
v.t.t.
- heb opgeschoven
- hebt opgeschoven
- heeft opgeschoven
- hebben opgeschoven
- hebben opgeschoven
- hebben opgeschoven
v.v.t.
- had opgeschoven
- had opgeschoven
- had opgeschoven
- hadden opgeschoven
- hadden opgeschoven
- hadden opgeschoven
o.t.t.t.
- zal opschuiven
- zult opschuiven
- zal opschuiven
- zullen opschuiven
- zullen opschuiven
- zullen opschuiven
o.v.t.t.
- zou opschuiven
- zou opschuiven
- zou opschuiven
- zouden opschuiven
- zouden opschuiven
- zouden opschuiven
en verder
- ben opgeschoven
- bent opgeschoven
- is opgeschoven
- zijn opgeschoven
- zijn opgeschoven
- zijn opgeschoven
diversen
- schuif op!
- schuift op!
- opgeschoven
- opschuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opschuiven:
Wiktionary: opschuiven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opschuiven | → schleichen | ↔ creep — change or deviate gradually |