Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opschroeven (Nederlands) in het Duits
opschroeven:
-
opschroeven (veel doen stijgen; opdrijven)
erhöhen; auftreiben; hochtreiben; in die Höhe treiben-
hochtreiben werkwoord (treibe hoch, treibst hoch, treibt hoch, trieb hoch, triebt hoch, hochgetrieben)
-
in die Höhe treiben werkwoord
-
opschroeven (overdreven voorstellen; overdrijven; opkloppen; opblazen; aandikken)
Conjugations for opschroeven:
o.t.t.
- schroef op
- schroeft op
- schroeft op
- schroeven op
- schroeven op
- schroeven op
o.v.t.
- schroefde op
- schroefde op
- schroefde op
- schroefden op
- schroefden op
- schroefden op
v.t.t.
- heb opgeschroefd
- hebt opgeschroefd
- heeft opgeschroefd
- hebben opgeschroefd
- hebben opgeschroefd
- hebben opgeschroefd
v.v.t.
- had opgeschroefd
- had opgeschroefd
- had opgeschroefd
- hadden opgeschroefd
- hadden opgeschroefd
- hadden opgeschroefd
o.t.t.t.
- zal opschroeven
- zult opschroeven
- zal opschroeven
- zullen opschroeven
- zullen opschroeven
- zullen opschroeven
o.v.t.t.
- zou opschroeven
- zou opschroeven
- zou opschroeven
- zouden opschroeven
- zouden opschroeven
- zouden opschroeven
en verder
- ben opgeschroefd
- bent opgeschroefd
- is opgeschroefd
- zijn opgeschroefd
- zijn opgeschroefd
- zijn opgeschroefd
diversen
- schroef op!
- schroeft op!
- opgeschroefd
- opschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opschroeven:
Wiktionary: opschroeven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opschroeven | → aufdrehen; erhöhen | ↔ up — increase |