Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. oppervlak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oppervlak (Nederlands) in het Duits

oppervlak:

oppervlak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oppervlak (oppervlakte)
    die Oberfläche; die Bodenfläche; die Fläche; die Bodenoberfläche; die Ebene

Vertaal Matrix voor oppervlak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bodenfläche oppervlak; oppervlakte grondoppervlak; grondoppervlakte; vloeroppervlak; vloeroppervlakte; vloerruimte
Bodenoberfläche oppervlak; oppervlakte grondoppervlak; grondoppervlakte; vloeroppervlak; vloeroppervlakte; vloerruimte
Ebene oppervlak; oppervlakte bouwterrein; dimensieniveau; gebied; kavel; laag; niveau; peil; perceel; plan; stand; terrein; vlak; vlakte
Fläche oppervlak; oppervlakte bouwterrein; bouwwerk; gebied; gebouw; gordel; kavel; pand; perceel; streek; terrein; territorium; vlak; zone
Oberfläche oppervlak; oppervlakte afmeting van bodemoppervlak; bodemoppervlak; bodemoppervlakte
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fläche gebied

Verwante woorden van "oppervlak":

  • oppervlakken, oppervlakje

Wiktionary: oppervlak

oppervlak
noun
  1. die Fläche, die ein Objekt oder eine Flüssigkeit von ihrer Umgebung abgrenzt
  2. die Größe dieser Fläche

Cross Translation:
FromToVia
oppervlak Oberfläche surface — up-side of a flat object