Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- opgebruiken:
-
Wiktionary:
- opgebruiken → aufbrauchen, verbrauchen
- opgebruiken → aufbrauchen, konsumieren, ausbeuten, ausplündern
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgebruiken (Nederlands) in het Duits
opgebruiken:
Conjugations for opgebruiken:
o.t.t.
- gebruik op
- gebruikt op
- gebruikt op
- gebruiken op
- gebruiken op
- gebruiken op
o.v.t.
- gebruikte op
- gebruikte op
- gebruikte op
- gebruikten op
- gebruikten op
- gebruikten op
v.t.t.
- heb opgebruikt
- hebt opgebruikt
- heeft opgebruikt
- hebben opgebruikt
- hebben opgebruikt
- hebben opgebruikt
v.v.t.
- had opgebruikt
- had opgebruikt
- had opgebruikt
- hadden opgebruikt
- hadden opgebruikt
- hadden opgebruikt
o.t.t.t.
- zal opgebruiken
- zult opgebruiken
- zal opgebruiken
- zullen opgebruiken
- zullen opgebruiken
- zullen opgebruiken
o.v.t.t.
- zou opgebruiken
- zou opgebruiken
- zou opgebruiken
- zouden opgebruiken
- zouden opgebruiken
- zouden opgebruiken
en verder
- ben opgebruikt
- bent opgebruikt
- is opgebruik
- zijn opgebruikt
- zijn opgebruikt
- zijn opgebruikt
diversen
- gebruik op!
- gebruikt op!
- opgebruikt
- opgebruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opgebruiken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
benutzen | opgebruiken; opkrijgen; opmaken | aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; exploiteren; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; nemen; pakken; toepassen; uitbuiten; utiliseren |
konsumieren | opgebruiken; opkrijgen; opmaken | bikken; bunkeren; consumeren; dineren; drugs consumeren; eten; gebruiken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; tafelen; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verorberen; verslinden; verteren; vreten; zitten proppen |
verbrauchen | opgebruiken; opkrijgen; opmaken | doorjagen; doorleven; doorstaan; interen; opmaken; opvreten; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verdragen; verduren; verorberen; verslinden; verteren |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbrauchen | verbruiken |
Wiktionary: opgebruiken
opgebruiken
Cross Translation:
verb
-
alles gebruiken tot het op is
- opgebruiken → aufbrauchen; verbrauchen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opgebruiken | → aufbrauchen; konsumieren | ↔ absorb — to consume completely (5) |
• opgebruiken | → ausbeuten; ausplündern | ↔ plunder — to use or use up wrongfully |