Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. oorspronkelijkheid:
  2. oorspronkelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oorspronkelijkheid (Nederlands) in het Duits

oorspronkelijkheid:

oorspronkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de oorspronkelijkheid (originaliteit; oorspronkelijk zijn)
    die Originalität; die Ursprünglichkeit

Vertaal Matrix voor oorspronkelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Originalität oorspronkelijk zijn; oorspronkelijkheid; originaliteit
Ursprünglichkeit oorspronkelijk zijn; oorspronkelijkheid; originaliteit frisheid; nieuwheid; originaliteit

Verwante woorden van "oorspronkelijkheid":


oorspronkelijkheid vorm van oorspronkelijk:

oorspronkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. oorspronkelijk (origineel)
    ursprünglich; original; urtümlich

Vertaal Matrix voor oorspronkelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
original oorspronkelijk; origineel authentiek; origineel
- origineel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ursprünglich oorspronkelijk; origineel authentiek
urtümlich oorspronkelijk; origineel authentiek

Verwante woorden van "oorspronkelijk":

  • oorspronkelijkheid, oorspronkelijker, oorspronkelijkere, oorspronkelijkst, oorspronkelijkste, oorspronkelijke

Synoniemen voor "oorspronkelijk":


Antoniemen van "oorspronkelijk":


Verwante definities voor "oorspronkelijk":

  1. wat te maken heeft met het begin1
    • oorspronkelijk was deze deur blauw1
  2. niet van iemand overgenomen, niet nagemaakt1
    • dit is een oorspronkelijk kunstwerk1

Wiktionary: oorspronkelijk

oorspronkelijk
Cross Translation:
FromToVia
oorspronkelijk indigen indigenous — born or engendered in, native to a land or region
oorspronkelijk gebürtig native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning
oorspronkelijk original original — first in a series
oorspronkelijk original original — newly created
oorspronkelijk originell original — fresh, different
oorspronkelijk ursprünglich; Ur-; Frühzeit- primordial — earliest
oorspronkelijk unberührt; jungfräulich pristine — unspoiled
oorspronkelijk am Anfang; anfangs; ursprünglich à l’origine — Au début.