Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oordeel (Nederlands) in het Duits

oordeel:

oordeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oordeel (meningsuiting)
    die Meinungsäußerung; die Meinung; die Ansicht
  2. het oordeel (zienswijze; gezichtspunt; opvatting; )
    die Ansicht; die Denkweise; die Anschauung; die Ansichtsweise
  3. het oordeel (visie; opvatting; zienswijze; )
    die Sicht; die Vorstellung; die Auffassung; die Meinung; der Gesichtspunkt; die Erkenntnis; die Anschauungsweise; der Eindruck; die Ansicht; die Idee; der Einfall; der Gedanke; der Standpunkt; die Eindrücke; die Denkweise; der Begriff; die Einfälle; Erkennen; die Erkennung; der Blickpunkt; die Eingebung

Vertaal Matrix voor oordeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschauung denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aanschouwing; apperceptie; begrip; benul; gezindheid; mening; mentale voorstelling; observatie; opinie; overtuiging; perceptie; vaststaande mening; waarneming
Anschauungsweise denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; mening; mentale voorstelling; opinie; overtuiging
Ansicht denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze Weergeven; aanblik; aangezicht; aanschouwing; aanzien; allure; ansicht; ansichtkaart; apperceptie; begrip; benul; buitenkant; conceptie; denkbeeld; doorzicht; dunk; gedaante; gezicht; gezindheid; iemand zijn uiterlijk; inzicht; kijk; manier van kijken; mening; mentale voorstelling; notie; observatie; opinie; overtuiging; panorama; perceptie; prentbriefkaart; prospect; uiterlijk; uitzicht; vaststaande mening; vergezicht; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; vue; waarneming; weergave; zicht
Ansichtsweise denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze
Auffassung denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; conceptie; denkbeeld; doorzicht; gezindheid; inzicht; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging; vaststaande mening
Begriff denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; besef; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; notie
Blickpunkt denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze Spotlight; aspect; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; opzicht; perspectief; standpunt; zienswijs
Denkweise denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrip; benul; conceptie; denkbeeld; denkrichting; denktrant; denkwijze; gedachte; gedachtewereld; gezindheid; idee; ideeënwereld; manier van denken; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging; vaststaande mening
Eindruck denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze aanvoelen; algehele indruk; begrip; benul; bluts; conceptie; denkbeeld; deuk; feeling; gevoel; gewaarwording; impressie; indruk; instulping; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging; sensatie; totale indruk
Eindrücke denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze aanvoelen; begrip; benul; bluts; conceptie; denkbeeld; deuk; feeling; gevoel; indruk; instulping; mentale voorstelling; notie
Einfall denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze denkbeeld; gedachte; gevoel; idee; impuls; instinct; intuïtie; inval; invasie; luim; opwelling; politie-inval; prikkel
Einfälle denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze
Eingebung denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; conceptie; denkbeeld; gedachte; gevoel; idee; ingeving; inspiratie; instinct; intuïtie; notie; voorgevoel
Erkennen denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze benul; besef; bewustzijn; brein; inzicht; kenteken; merkteken; notie; onderscheidingsteken; rede; verstand
Erkenntnis denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; besef; bevinding; bewustzijn; brein; conceptie; dankbaarheid; danken; denkbeeld; doorzicht; erkenning; erkentelijkheid; gnosis; inzicht; notie; ondervinden; ondervinding; rede; toegeving; verstand
Erkennung denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze dankbaarheid; danken; doorzicht; erkenning; erkentelijkheid; inzicht; toegeving
Gedanke denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; inzicht; mentale voorstelling; notie
Gesichtspunkt denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze aspect; facet; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kans; oogpunt; opzicht; perspectief; standpunt; toekomst; vooruitzicht; zienswijs
Idee denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; laag; mentale voorstelling; niveau; notie; peil; plan; stand
Meinung denkbeeld; kijk; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; conceptie; denkbeeld; dunk; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging
Meinungsäußerung meningsuiting; oordeel meningsuiting; uitlating
Sicht denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; weergave; zicht
Standpunkt denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; gezindheid; mening; mentale voorstelling; opinie; overtuiging; vaststaande mening
Vorstellung denkbeeld; kijk; mening; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze begrip; benul; beschouwing; besef; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; fantasie; gedachte; happening; idee; inzicht; komedie; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; opvoering; overtuiging; parade; performance; show; staatsie; verbeelding; vertoning; visie; voorstelling
- mening; opvatting; standpunt

Verwante woorden van "oordeel":


Synoniemen voor "oordeel":


Verwante definities voor "oordeel":

  1. wat je ervan vindt1
    • wat is jouw oordeel over dit plan?1

Wiktionary: oordeel

oordeel
noun
  1. een mening, een opinie

Cross Translation:
FromToVia
oordeel Urteil sentence — decision of a jury
oordeel Urteil verdict — opinion or judgement

oordelen:

oordelen werkwoord (oordeel, oordeelt, oordeelde, oordeelden, geoordeeld)

  1. oordelen (een oordeel wijzen; rechtspreken)
    urteilen; entscheiden; richten
    • urteilen werkwoord (urteile, urteilst, urteilt, urteilte, urteiltet, geurteilt)
    • entscheiden werkwoord (entscheide, entscheidest, entscheidet, entschied, entschiedet, entschieden)
    • richten werkwoord (richte, richtst, richtt, richtte, richttet, gerichtet)

Conjugations for oordelen:

o.t.t.
  1. oordeel
  2. oordeelt
  3. oordeelt
  4. oordelen
  5. oordelen
  6. oordelen
o.v.t.
  1. oordeelde
  2. oordeelde
  3. oordeelde
  4. oordeelden
  5. oordeelden
  6. oordeelden
v.t.t.
  1. heb geoordeeld
  2. hebt geoordeeld
  3. heeft geoordeeld
  4. hebben geoordeeld
  5. hebben geoordeeld
  6. hebben geoordeeld
v.v.t.
  1. had geoordeeld
  2. had geoordeeld
  3. had geoordeeld
  4. hadden geoordeeld
  5. hadden geoordeeld
  6. hadden geoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal oordelen
  2. zult oordelen
  3. zal oordelen
  4. zullen oordelen
  5. zullen oordelen
  6. zullen oordelen
o.v.t.t.
  1. zou oordelen
  2. zou oordelen
  3. zou oordelen
  4. zouden oordelen
  5. zouden oordelen
  6. zouden oordelen
en verder
  1. is geoordeeld
  2. zijn geoordeeld
diversen
  1. oordeel!
  2. oordeelt!
  3. geoordeeld
  4. oordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oordelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entscheiden een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken beslissen; besluiten
richten een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken in een bep. richting plaatsen; mikken; richten
urteilen een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken

Verwante woorden van "oordelen":


Wiktionary: oordelen


Cross Translation:
FromToVia
oordelen richten judge — to sit in judgment on, pass sentence on
oordelen urteilen judge — to sit in judgment on, act as judge
oordelen schätzen judge — to form an opinion, infer
oordelen richten; urteilen; beurteilen juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van oordeel