Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onzacht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onzacht (Nederlands) in het Duits

onzacht:

onzacht bijvoeglijk naamwoord

  1. onzacht (bruusk; kortaf; nors)
    schroff; brüsk; barsch
  2. onzacht (hardhandig; hard; ruw)
    rauh; wild; grob; rüde; roh; brutal; unzart; gewaltsam; schroff; gewalttätig; unsanft; haarig

Vertaal Matrix voor onzacht:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barsch bruusk; kortaf; nors; onzacht chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
brutal hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; barbaars; beestachtig; brutaal; bruut; gewelddadig; hondsbrutaal; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; vrijpostig; wreed
brüsk bruusk; kortaf; nors; onzacht bot; chagrijnig; knorrig; kortaf; korzelig; nors; nurks; zonder omhaal
gewaltsam hard; hardhandig; onzacht; ruw aanvallend; agressief; brutaal; erg; fel; gewelddadig; heftig; hevig; hondsbrutaal; krachtig; offensief; vrijpostig
gewalttätig hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; brutaal; gewelddadig; hondsbrutaal; vrijpostig
grob hard; hardhandig; onzacht; ruw aanmatigend; afgedempt; banaal; barbaars; beestachtig; bot; brutaal; bruut; dierlijk; dorps; gedempt; godgeklaagd; grof; grofgebouwd; heftig; hemeltergend; honds; hondsbrutaal; inhumaan; krukkig; laag-bij-de-grond; log; lomp; meedogenloos; monsterlijk; niet helder; onbeheerst; onbeholpen; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onduidelijk; ongegeneerd; ongepast; onhandig; onhebbelijk; onheus; onkies; onmenselijk; onopgevoed; onsierlijk van gedaante; onstuimig; onvertogen; onvriendelijk; plat; platvloers; plomp; respectloos; ruw; schunnig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; ten hemel schreiend; triviaal; vaag; verkeerd; verregaand; vervaagd; vrijpostig; vunzig; weggezakt in het geheugen; wreed; zeer ergerlijk
haarig hard; hardhandig; onzacht; ruw behaard; bitter teleurgesteld; harig; harige; onduidelijk; ruig; verbitterd; wollig
rauh hard; hardhandig; onzacht; ruw houterig; kaal; koud; laag van temperatuur; niet glad; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; ruige; ruw; steriel; stijf; stijve; stram; stroef
roh hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bruut; gewelddadig; inhumaan; monsterlijk; onbewerkt; ongekookt; ongepast; onkies; onmenselijk; onvertogen; rauw; ruw; verbitterd; verkeerd; wreed
rüde hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; banaal; bitter teleurgesteld; gewelddadig; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; ruw; schofterig; schunnig; triviaal; verbitterd; vunzig
schroff bruusk; hard; hardhandig; kortaf; nors; onzacht; ruw agressief; bot; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hard; hel; hoog; kortaf; korzelig; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed; ruw; schel; scherp; schril; snauwend; snerpend; wrevelig
unsanft hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; gewelddadig; hard; hardop; keihard; luid; oorverdovend
unzart hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; gewelddadig; ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd
wild hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bot; bruut; gewelddadig; heftig; inhumaan; lomp; monsterlijk; onbeheerst; onbehouwen; onbeschaafd; onmenselijk; onopgevoed; onstuimig; stoeiziek; tureluurs; verbitterd; wreed

Verwante woorden van "onzacht":

  • onzachte

Wiktionary: onzacht


Cross Translation:
FromToVia
onzacht hart; Hart-; schwer; schwierig dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.