Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onwil:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onwil (Nederlands) in het Duits

onwil:

onwil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de onwil (weerspannigheid)
    die Widerwilligkeit; die Abneigung; der Widerwille; die Unlust; die Unwille

Vertaal Matrix voor onwil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abneigung onwil; weerspannigheid
Unlust onwil; weerspannigheid lauwheid; lusteloosheid; misnoegen; onbehagen; ongeanimeerdheid; onlust; onmin; onvrede
Unwille onwil; weerspannigheid ergernis; irritatie; misnoegen; ongenoegen; ontevredenheid; wrevel
Widerwille onwil; weerspannigheid afgrijzen; afkeer; antipathie; aversie; gruwel; gruwen; hekel; iets wat afschuw opwekt; tegenzin; verschrikking; walging; weerzin
Widerwilligkeit onwil; weerspannigheid