Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onverwacht (Nederlands) in het Duits
onverwacht:
-
onverwacht (onverhoeds; onverwachts; onvoorzien)
unerwartet; unvorhergesehen; unversehens; plötzlich; unvermutet; auf einmal; unverhofft; jählings-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
unvorhergesehen bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
unvermutet bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
unverhofft bijvoeglijk naamwoord
-
jählings bijvoeglijk naamwoord
-
-
onverwacht (onvermoed)
unerwartet; plötzlich; unversehens; unverhofft; unvorhergesehen; unvermutet; unverdächtig; nichtverdächtig-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
unverhofft bijvoeglijk naamwoord
-
unvorhergesehen bijvoeglijk naamwoord
-
unvermutet bijvoeglijk naamwoord
-
unverdächtig bijvoeglijk naamwoord
-
nichtverdächtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
onverwacht (plotseling; opeens; ineens; abrupt; plotsklaps; plots; onverhoeds; onverwachts; eensklaps)
plötzlich; auf einmal; unerwartet; unvermittelt; unversehens; schlagartig-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
unerwartet bijvoeglijk naamwoord
-
unvermittelt bijvoeglijk naamwoord
-
unversehens bijvoeglijk naamwoord
-
schlagartig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onverwacht:
Verwante woorden van "onverwacht":
Synoniemen voor "onverwacht":
Antoniemen van "onverwacht":
Verwante definities voor "onverwacht":
Wiktionary: onverwacht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onverwacht | → unerwartet | ↔ unexpected — not expected, anticipated or foreseen |