Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ontwarring:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontwarring (Nederlands) in het Duits

ontwarring:

ontwarring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ontwarring
    die Trennung; der Bruch; die Teilung; die Scheidung; die Entwirrung
    • Trennung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teilung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Scheidung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwirrung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ontwarring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bruch ontwarring afval; barst; breken; breuk; breukgetal; fractuur; groeve; knak; knik; krak; mijnschacht; rotzooi; scheiding; scheur; segregatie; verbreking; vuilnis
Entwirrung ontwarring
Scheidung ontwarring echtscheiding; scheiding; segregatie; verbreking
Teilung ontwarring celdeling; deling; scheiding; segregatie; verbreking
Trennung ontwarring afscheiding; afsplitsing; afzondering; beschot; breken; isolering; scheiding; schifting; schot; segregatie; selectie; splitsen; tussenmuur; tussenschot; verbreking