Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- ontvangen:
-
Wiktionary:
- ontvangen → empfangen, bekommen, erhalten
- ontvangen → empfangen, annehmen, verstanden, kapieren, verstehen, Empfang, bekommen, erhalten, kriegen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in, auslesen, wählen, auswählen, erwählen, aussuchen, eine Auswahl treffen, adoptieren, an Kindes statt annehemen, zu sich nehmen, übernehmen, sich zu eigen machen, einernten, schneiden, sammeln, einsammeln, anziehen, kleiden, ankleiden, bekleiden, beziehen, überziehen, antun, auflegen, anlegen, in Stuck arbeiten, aushalten, dulden, erdulden, ertragen, leiden, erleiden
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontvangen (Nederlands) in het Duits
ontvangen:
-
ontvangen (in ontvangst nemen; krijgen; opstrijken)
empfangen; bekommen; erhalten; in Empfang nehmen; entgegenehmen; annehmen; hinnehmen-
in Empfang nehmen werkwoord
-
entgegenehmen werkwoord
-
ontvangen (in ontvangst nemen; accepteren; aannemen; aanvaarden)
empfangen; in Empfang nehmen; annehmen; akzeptieren; hinnehmen; starten; beginnen-
in Empfang nehmen werkwoord
-
ontvangen (onthalen; binnenhalen; vergasten)
Conjugations for ontvangen:
o.t.t.
- ontvang
- ontvangt
- ontvangt
- ontvangen
- ontvangen
- ontvangen
o.v.t.
- ontving
- ontving
- ontving
- ontvingen
- ontvingen
- ontvingen
v.t.t.
- heb ontvangen
- hebt ontvangen
- heeft ontvangen
- hebben ontvangen
- hebben ontvangen
- hebben ontvangen
v.v.t.
- had ontvangen
- had ontvangen
- had ontvangen
- hadden ontvangen
- hadden ontvangen
- hadden ontvangen
o.t.t.t.
- zal ontvangen
- zult ontvangen
- zal ontvangen
- zullen ontvangen
- zullen ontvangen
- zullen ontvangen
o.v.t.t.
- zou ontvangen
- zou ontvangen
- zou ontvangen
- zouden ontvangen
- zouden ontvangen
- zouden ontvangen
en verder
- ben ontvangen
- bent ontvangen
- is ontvangen
- zijn ontvangen
- zijn ontvangen
- zijn ontvangen
diversen
- ontvang!
- ontvangt!
- ontvangen
- ontvangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ontvangen:
Synoniemen voor "ontvangen":
Antoniemen van "ontvangen":
Verwante definities voor "ontvangen":
Wiktionary: ontvangen
ontvangen
Cross Translation:
verb
ontvangen
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: