Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontlasten (Nederlands) in het Duits

ontlasten:

ontlasten werkwoord (ontlast, ontlastte, ontlastten, ontlast)

  1. ontlasten (ontslaan van een verplichting; vrijstellen; ontheffen)
    entlassen; freistellen; entheben; entbinden; erlassen; suspendieren; freisprechen; jemanden von einer Verpflichtung entbinden
    • entlassen werkwoord (entlasse, entläßt, entließ, entließt, entlassen)
    • freistellen werkwoord (stelle frei, stellst frei, stellt frei, stellte frei, stelltet frei, freigestellt)
    • entheben werkwoord (enthebe, enthebst, enthebt, enthobe, enthobet, enthoben)
    • entbinden werkwoord (entbinde, entbindest, entband, entbandet, entbunden)
    • erlassen werkwoord (erlasse, erläßt, erließ, erließt, erlassen)
    • suspendieren werkwoord (suspendiere, suspendierst, suspendiert, suspendierte, suspendiertet, suspensiert)
    • freisprechen werkwoord (spreche frei, sprichst frei, spricht frei, sprach frei, spracht frei, freigesprochen)

Conjugations for ontlasten:

o.t.t.
  1. ontlast
  2. ontlast
  3. ontlast
  4. ontlasten
  5. ontlasten
  6. ontlasten
o.v.t.
  1. ontlastte
  2. ontlastte
  3. ontlastte
  4. ontlastten
  5. ontlastten
  6. ontlastten
v.t.t.
  1. heb ontlast
  2. hebt ontlast
  3. heeft ontlast
  4. hebben ontlast
  5. hebben ontlast
  6. hebben ontlast
v.v.t.
  1. had ontlast
  2. had ontlast
  3. had ontlast
  4. hadden ontlast
  5. hadden ontlast
  6. hadden ontlast
o.t.t.t.
  1. zal ontlasten
  2. zult ontlasten
  3. zal ontlasten
  4. zullen ontlasten
  5. zullen ontlasten
  6. zullen ontlasten
o.v.t.t.
  1. zou ontlasten
  2. zou ontlasten
  3. zou ontlasten
  4. zouden ontlasten
  5. zouden ontlasten
  6. zouden ontlasten
en verder
  1. ben ontlast
  2. bent ontlast
  3. is ontlast
  4. zijn ontlast
  5. zijn ontlast
  6. zijn ontlast
diversen
  1. ontlast!
  2. ontlast!
  3. ontlast
  4. ontlastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontlasten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entbinden ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen afbreken; banen; baren; bevallen; bevrijden; bevrijden van belegeraars; beëindigen; emanciperen; forceren; laten; laten gaan; laten lopen; niet vasthouden; ontbinden; ontzetten; opheffen; permitteren; stukmaken; ter wereld brengen; toelaten; verbreken; verbrijzelen; verlossen; voortbrengen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijmaken; vrijvechten
entheben ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen aan de dijk zetten; afdanken; afdekken; afruimen; afvloeien; bevrijden van belegeraars; congé geven; eruit gooien; ontzetten; opruimen; uit de macht ontzetten; van zijn positie verdrijven; verlossen
entlassen ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afzwaaien; amnestie verlenen; banen; bevrijden; congé geven; demobiliseren; dwingen ontslag te nemen; emanciperen; eruit gooien; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontheffen; ontslaan; uitsturen; van de boeien ontdoen; van zijn positie verdrijven; verlossen; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten; wegsturen; wegzenden
erlassen ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; kwijtschelden; opdragen; verordenen
freisprechen ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen dechargeren; onschuldig verklaren; vrijpleiten; vrijspreken; zuiveren
freistellen ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen
jemanden von einer Verpflichtung entbinden ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen
suspendieren ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; vrijstellen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; ontheffen; ontslaan; schorsen; suspenderen; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
- poepen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entlassen afgedankt

Wiktionary: ontlasten


Cross Translation:
FromToVia
ontlasten frankieren; freimachen; mit Marken versehen; mit Briefmarken versehen affranchir — Rendre libre

Computer vertaling door derden: