Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ondeugendheid (Nederlands) in het Duits

ondeugendheid:

ondeugendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ondeugendheid (kattenkwaad; baldadigheid; kwajongensstreek; schelmenstreek; schelmerij)
    der Unfug; der Jungenstreich; der Schelmenstreich; die Dummejungenstreiche; die Ungezogenheit; die Unartigkeit; die Schalkhaftigkeit
  2. de ondeugendheid (lelijkheid; stoutheid)
    die Flegelhaftigkeit; der Schelmenstreich

Vertaal Matrix voor ondeugendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dummejungenstreiche baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
Flegelhaftigkeit lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid grofheid; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating; onhoffelijkheid; slapte; sloomheid; traagheid
Jungenstreich baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
Schalkhaftigkeit baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij gekheid; malligheid; schalksheid; schelmsheid; snaaksheid
Schelmenstreich baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; lelijkheid; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij; stoutheid deugnieterij
Unartigkeit baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
Unfug baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij
Ungezogenheit baldadigheid; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; schelmenstreek; schelmerij onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onhebbelijkheid; onwellevendheid

Verwante woorden van "ondeugendheid":


ondeugend:

ondeugend bijvoeglijk naamwoord

  1. ondeugend (guitig; kwajongensachtig; snaaks; )
    verschmitzt; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; komisch

Vertaal Matrix voor ondeugend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- stout
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komisch bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig curieus; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lollig; merkwaardig; olijk; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
schalkhaft bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk; uiig
schelmisch bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig geestig; geinig; grappig; guitig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk; ploerterig; ploertig; smiechterig
spaßhaft bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; geestig; geinig; goedaardig; goedhartig; grappig; guitig; hulpvaardig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk; plezierig; uiig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
verschmitzt bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig adrem; arglistig; bijdehand; doortrapt; elegant; ernaast; fijntjes; fijnzinnig; fout; foutief; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gracieus; leep; link; listig; mis; onjuist; onwaar; raak; sierlijk; slinks; sluw; snedig; ten onrechte; verfijnd; verkeerd

Verwante woorden van "ondeugend":

  • ondeugendheid, ondeugender, ondeugendere, ondeugendst, ondeugendste

Synoniemen voor "ondeugend":


Antoniemen van "ondeugend":


Verwante definities voor "ondeugend":

  1. wie doet wat niet mag1
    • Bas was erg ondeugend: hij pakte een snoepje uit de trommel1

Wiktionary: ondeugend


Cross Translation:
FromToVia
ondeugend unartig; frech; dreist; ungehorsam naughty — bad; tending to misbehave or act badly
ondeugend albern silly — playful, giggly
ondeugend schelmisch malicieux — Qui a de la malice, qui porter à nuire, à mal faire.