Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onbezoedeldheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbezoedeldheid (Nederlands) in het Duits

onbezoedeldheid:

onbezoedeldheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. onbezoedeldheid (onbevlektheid; kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid)
    die Keuschheit; die Unbeflecktheit

Vertaal Matrix voor onbezoedeldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Keuschheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid
Unbeflecktheit kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid

Computer vertaling door derden: