Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
heiter
|
helder; klaar; onbewolkt
|
bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; fideel; fleurig; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; grappig; humoristisch; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwiek; leuk; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
|
hell
|
helder; klaar; onbewolkt
|
bitter teleurgesteld; heftig; hel; in details; klare; licht; lichtgevend; lumineus; niet donker; onbeheerst; onstuimig; uitgewerkt; verbitterd
|
klar
|
helder; klaar; onbewolkt
|
aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bereidvaardig; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; gekookt; gereed; gewillig; geëindigd; helder; herkenbaar; klaar; klare; lichtgevend; lumineus; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; over; overduidelijk; paraat; recht door zee; regelrecht; uit; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; zo klaar als een klontje; zonneklaar
|
unbewölkt
|
helder; klaar; onbewolkt
|
|
wolkenlos
|
helder; klaar; onbewolkt
|
|