Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onbeperkt (Nederlands) in het Duits
onbeperkt:
-
onbeperkt (onbegrensd)
unbegrenzt; unlimitiert; unbeschränkt; endlos; uneingeschränkt; unendlich; grenzenlos-
unbegrenzt bijvoeglijk naamwoord
-
unlimitiert bijvoeglijk naamwoord
-
unbeschränkt bijvoeglijk naamwoord
-
endlos bijvoeglijk naamwoord
-
uneingeschränkt bijvoeglijk naamwoord
-
unendlich bijvoeglijk naamwoord
-
grenzenlos bijvoeglijk naamwoord
-